Financial Transaction Tax

De Europese Commissie heeft begin 2013 voorstellen gedaan voor de invoering van een Financial Transaction Tax (FTT). Er is nog geen akkoord bereikt over de invoering van de FTT. Zo’n transactiebelasting heeft grote negatieve economische gevolgen, stelt de NVB.

Highlights

  • De FTT is een belasting op financiële transacties tussen financiële instellingen; bijvoorbeeld op de handel in aandelen en obligaties. De FTT staat los van de bankenbelasting die in sommige landen –  waaronder Nederland (2012) – is ingevoerd.
  • De Europese Commissie streefde aanvankelijk naar invoering van de FTT in de hele EU, maar dat plan kreeg geen steun van alle lidstaten. In het nieuwe voorstel wordt de belasting naar verwachting in 10 lidstaten ingevoerd.
  • Het Nederlandse kabinet staat in principe positief tegenover de invoering van de FTT, mits deze aan een aantal voorwaarden voldoet. Een daarvan is dat pensioenfondsen – anders dan in het huidige voorstel – zijn uitgezonderd van de FTT.
  • De NVB is tegen de FTT. De belasting schaadt de economieën van zowel deelnemende als niet-deelnemende landen. De schade voor burgers, bedrijven en overheid moet bovendien beter in kaart worden gebracht.
    Over de invoering van de FTT wordt nog steeds onderhandeld. Op korte termijn lijkt overeenstemming niet haalbaar, want de belangen van de lidstaten lopen te ver uiteen. Mogelijk komt de FTT er wel, maar in afgeslankte vorm.

Impact op groei

Invoering van de FTT kan slecht uitpakken voor de Nederlandse economie. Hoewel de nieuwe voorstellen van de Europese Commissie nog niet zijn doorgerekend, becijferde het Centraal Planbureau (CPB) in een eerdere studie op basis van de oude voorstellen dat de FTT Nederland tot 1,2% van het BBP kan kosten en dat de werkloosheid kan stijgen met een 0,5%. Dat komt mede doordat de kapitaalskosten stijgen als gevolg van de FTT. Dat maakt het voor burgers en bedrijven duurder om geld te lenen en is daarmee een rem op de groei.