Gedragscode Kleinzakelijke Financiering
Highlights
- Door middel van de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering stellen banken minimumnormen voor de dienstverlening aan kleinzakelijke klanten die een financiering zoeken of zijn aangegaan.
- De Gedragscode schept duidelijkheid voor kleinzakelijke klanten die op zoek zijn naar financiering of een financiering aangaan, maar ook gedurende de looptijd van een lening of een krediet. Op deze manier weten klanten beter waar zij aan toe zijn en waar zij hun bank op kunnen aanspreken. Dat moet zorgen voor meer duidelijkheid en zekerheid in de dienstverlening van banken en voor een sterkere positie voor ondernemers.
- De Gedragscode is in werking getreden op 1 juli 2018. Alle banken die lid zijn van de NVB en actief zijn op gebied van kredietverlening aan dit segment houden zich aan de Gedragscode.
- De Gedragscode is van toepassing op financieringsaanvragen van ondernemers met een omzet tot €5.000.000. Aanvragen van ondernemers met een hogere omzet of financieringen van vóór 1 juli 2018, vallen buiten deze Gedragscode.
- De Gedragscode stelt normen voor zowel de precontractuele als contractuele fase. Het handelen van de bank en klant in de Oriëntatiefase, Aanvraagfase en Beheerfase staan in de Gedragscode. Onderdeel van de Beheerfase zijn bijzonder beheer en klachten- en geschillenbeslechting.
- De Gedragscode gaat onder andere over duidelijke informatieverstrekking van de bank aan de klant. In de oriëntatiefase geven banken heldere informatie over de voor- en nadelen van verschillende financieringsvormen. Bij een aanvraag laat de bank de klant weten hoe lang de beoordeling ongeveer zal duren. Bij een afwijzing motiveert de bank haar besluit. Ook geeft de bank inzicht in rente, aflossing en kosten van een financiering.
- De Gedragscode biedt tevens toegang tot een geschillenloket bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Dit loket voorziet in onafhankelijke en laagdrempelige geschillenbeslechting voor kleinzakelijke klanten. Klanten waarop de Gedragscode van toepassing is kunnen een eventueel geschil met de bank – mits de interne klachtenprocedure bij de bank is doorlopen – voorleggen aan de geschillenbeslechter.
Documenten
Wat kunt u als ondernemer van uw financier verwachten?
Veelgestelde vragen over de gedragscode
In de Gedragscode staan minimumnormen waar banken zich aan houden bij het verstrekken van financieringen aan kleinzakelijke klanten. Het betreft een vorm van zelfregulering. De Gedragscode is opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) in nauwe samenspraak met haar leden. Er heeft daarbij overleg plaatsgevonden met ondernemingsvertegenwoordigers, ministeries en toezichthouders.
Banken willen hun dienstverlening aan kleinzakelijke klanten blijven verbeteren. De Gedragscode is een stap in dit proces, gericht op de kleinzakelijke klant. De kleinzakelijke klant heeft andere financieringsbehoeftes dan een consument, maar beschikt over het algemeen niet over de financiële expertise en ervaring die bij een groter bedrijf aanwezig is. De Gedragscode stelt expliciete normen die van toepassing zijn op de dienstverlening aan kleinzakelijke klanten bij financiering.
De Gedragscode heeft als doel algemene normen te stellen voor wat een kleinzakelijke klant mag verwachten van een bank om zo de dienstverlening te verbeteren en de positie van kleinzakelijke klanten te versterken, zowel tijdens de oriëntatiefase, de aanvraagfase als de beheerfase. Klanten krijgen meer duidelijkheid over wat ze van de bank kunnen verwachten.
Gedragscode Kleinzakelijke Financiering
In de Gedragscode staan normen voor de drie fasen van het financieringsproces. Het financieringsproces begint met de oriëntatiefase, waarin u onderzoek doet naar de type(n) financiering(en) die het beste aansluiten bij uw bedrijf en uw plannen. Daarnaast gaat u na welke financier(s) die financiering(en) kunnen verstrekken.
De Gedragscode biedt u als klant meer duidelijkheid en zekerheid over het financieringsproces. In de Gedragscode staan minimumnormen, waardoor u weet wat u mag verwachten van de dienstverlening van de bank wanneer u op zoek gaat naar financiering of een financiering afsluit. Elke bank mag haar klanten altijd meer bescherming of een hoger niveau van dienstverlening bieden. De Gedragscode gaat ook over de oriëntatie- en aanvraagfase, wanneer nog geen financieringsovereenkomst is afgesloten.
De Gedragscode leidt tot concrete aanpassingen in financieringsvoorwaarden en financieringsprocessen. Enkele voorbeelden daarvan zijn:
- Meer duidelijkheid in de oriëntatie- en aanvraagfase over de belangrijkste kenmerken van een financiering, de voor- en nadelen van een financieringsproduct en hoe u een financiering kunt aanvragen;
- Meer duidelijkheid over de omstandigheden waaronder de rente, provisies en kosten kunnen wijzigen;
- Concrete termijnen om klanten te informeren bij renteherziening en aflossing aan het eind van de looptijd van de lening;
- Een verbeterd klachtenproces bij de bank en een onafhankelijk en laagdrempelig loket voor geschillenbeslechting (Kifid).
Alle banken die lid zijn van de NVB en actief zijn op de Nederlandse markt van financiering voor de doelgroep verbinden zich aan de Gedragscode. Dit geldt ook voor in Nederland gevestigde dochterondernemingen, waarvan een bank volledig eigenaar is. Banken zullen op hun website vermelden dat zij zich gecommitteerd hebben aan de Gedragscode. Verder zal een onafhankelijke partij in opdracht van de NVB de Gedragscode monitoren en op jaarlijkse basis verslag doen van haar bevindingen.
Gedragscode Kleinzakelijke Financiering
De Gedragscode is 1 juli 2018 in werking getreden.
De Gedragscode is niet van toepassing op financieringen die zijn aangevraagd of afgesloten vóór de inwerkingtreding van de Gedragscode op 1 juli 2018. Wanneer uw lopende/huidige financiering na de inwerkingtreding van de Gedragscode wordt verhoogd, waarbij een nieuwe financieringsovereenkomst wordt overeengekomen die de eerdere afspraken vervangt, dan zal de nieuwe financiering wel onder de Gedragscode vallen. Daarvoor is uiteraard wel vereist dat de nieuwe financiering binnen het toepassingsgebied van de Gedragscode valt.
Tijdens het aanvraagproces zal de bank nagaan of de Gedragscode van toepassing is. Als dat zo is, zal de bank dat in de financieringsdocumentatie aan de klant schriftelijk bevestigen. Uw bank beoordeelt uiteindelijk of u onder de Gedragscode valt en zal dit aan u aangeven.
De Gedragscode is van toepassing op financieringen. Daarmee worden bedoeld geldleningen, kredietfaciliteiten, kredieten in rekening courant, factoring, financial lease of combinaties daarvan.
De Gedragscode is niet van toepassing op andere vormen van financiering, zoals creditcards, effectenkredieten en achtergestelde leningen. De Gedragscode is ook niet van toepassing op kredieten die niet aan de klant in de uitoefening van zijn/haar beroep of bedrijf worden verstrekt (bijvoorbeeld eigen-woninghypotheken en consumptief krediet). De Gedragscode is daarnaast niet van toepassing op factoring waarbij de bank de vorderingen van de klant koopt. Ook is de Gedragscode niet van toepassing op andere vormen van lease dan financial lease, zoals bijvoorbeeld een gebruiksovereenkomst (huur/operational lease) en vendor lease. Voor onder meer bankgaranties en letters of credit geldt dat alleen de onderliggende lening/faciliteit onder de Gedragscode kan vallen en niet de bankgarantie of letter of credit zelf.
De Gedragscode is van toepassing op (rechts)personen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen en (op groepsniveau) een jaaromzet van maximaal € 5.000.000 hebben. Voor (rechts)personen die beroeps- of bedrijfsmatig vooral actief zijn in het beleggen in commercieel verhuurd onroerend goed, geldt in plaats van de omzetgrens een marktwaardecriterium in relatie tot de beleggingen in commercieel verhuurd onroerend goed van € 2.000.000. Aanvullend kan gekeken worden of de totale hoofdsom van de financieringen van de klant niet hoger is dan € 2.000.000. Het toepassen van deze hoofdsomgrens is voor banken optioneel.
Ja, dat is mogelijk. Bij een startende onderneming wordt voor de jaaromzet gekeken naar de verwachte omzet in het lopende of eerstvolgende boekjaar en voor het marktwaardecriterium naar de verwachte marktwaarde van de beleggingen in commercieel verhuurd onroerend goed.
Gedragscode Kleinzakelijke Financiering
Met commercieel verhuurd onroerend goed wordt bedoeld onroerend goed (waaronder kantoren, bedrijfspanden, winkels, woningen, etc.), bestaand en/of in ontwikkeling, dat met een commercieel oogmerk wordt verhuurd aan andere partijen dan de eigen onderneming.
Voor leningen en financial leases wordt bij de berekening van de totale hoofdsom uitgegaan van de resterende hoofdsom (na de reeds betaalde aflossingen) ten tijde van de beoordeling van de aanvraag. Voor kredietfaciliteiten en rekening courant kredieten wordt uitgegaan van de limiet van deze faciliteiten en kredieten ten tijde van de beoordeling van de aanvraag. In de berekening van de totale hoofdsom van de financieringen wordt de financiering waarop u zich oriënteert of de financiering die u aanvraagt, meegenomen.
Bij de berekening van de totale hoofdsom blijven alle kredieten die niet aan u in de uitoefening van uw beroep of bedrijf zijn verstrekt buiten beschouwing (bijvoorbeeld eigen-woninghypotheken en consumptief krediet). Daarnaast worden alle effectenkredieten en limieten op credit cards die aan u zijn verstrekt niet meegerekend.
Voor de berekening van de totale hoofdsom aan zakelijke financieringen wordt alleen gekeken naar uw uitstaande en aangevraagde financieringen bij de bank zelf en niet naar uw uitstaande en aangevraagde financieringen bij andere banken.
Iedere bank bepaalt zelf hoe de omzet wordt vastgesteld. Als hoofdregel geldt dat de bank bij de vaststelling van totale omzet kijkt naar alle (rechts)personen, waarmee de kredietnemer organisatorisch is verbonden. Hieronder is een aantal voorbeelden opgenomen.
- Voorbeeld 1
Indien een onderneming in één of meer rechtspersonen meer dan 50% van de aandelen heeft, wordt gekeken naar de totale jaaromzet van deze rechtspersonen. - Voorbeeld 2
Indien een onderneming in één of meer rechtspersonen 50% of minder van de aandelen heeft, kijkt de bank in beginsel alleen naar de jaaromzet van deze onderneming. De bank kan er voor kiezen om naar de gecombineerde jaaromzet van de onderneming en deze rechtspersonen te kijken indien er sprake is van organisatorische verbondenheid. - Voorbeeld 3
Indien een natuurlijk persoon in één of meer B.V.'s 100% van de aandelen heeft, wordt gekeken naar de totale jaaromzet van de natuurlijk persoon en deze B.V.'s.
Voor het vaststellen van de marktwaarde van de beleggingen in commercieel verhuurd onroerend goed op groepsniveau gelden dezelfde uitgangspunten als voor het vaststellen van de jaaromzet op groepsniveau (zie vraag 16). Als hoofdregel geldt dat de bank bij de vaststelling van de marktwaarde kijkt naar alle (rechts)personen, waarmee de kredietnemer organisatorisch is verbonden.
- Omzet wordt lager dan € 5.000.000:
Of de Gedragscode van toepassing is, wordt vastgesteld door de bank bij de beoordeling van de betreffende financieringsaanvraag. Was de Gedragscode niet van toepassing toen de betreffende financiering werd aangevraagd? Dan zal de Gedragscode voor die financiering gedurende de gehele looptijd niet van toepassing zijn, ook niet als later de jaaromzet lager wordt dan € 5.000.000. Op financieringen die worden aangevraagd vanaf het moment dat de omzet lager is dan € 5.000.000, is de Gedragscode wél van toepassing, mits ook aan de overige voorwaarden is voldaan.
- Omzet wordt hoger dan € 5.000.000:
Of de Gedragscode van toepassing is, wordt vastgesteld door de bank bij de beoordeling van de betreffende financieringsaanvraag. Was de Gedragscode van toepassing toen de betreffende financiering werd aangevraagd? Dan blijft de Gedragscode voor deze financieringen gedurende de gehele looptijd van toepassing, ook als later de jaaromzet van de onderneming hoger wordt dan € 5.000.000. Op financieringen die worden aangevraagd vanaf het moment dat de jaaromzet van de onderneming hoger is dan € 5.000.000, is de Gedragscode niet van toepassing.
Hiervoor gelden dezelfde uitgangspunten als voor de jaaromzet (zie vraag 18).
De Gedragscode geldt voor alle banken die lid zijn van de NVB en die financiering verstrekken aan kleinzakelijke klanten in Nederland. Dit geldt ook voor in Nederland gevestigde dochterondernemingen, waarvan een bank volledig eigenaar is.
Gedragscode Kleinzakelijke Financiering
Andere (alternatieve en complementaire) financiers kunnen de Gedragscode op hun dienstverlening aan kleinzakelijke klanten van toepassing verklaren. Indien andere financiers zich verbinden aan de Gedragscode dienen zij op hun website kenbaar te maken dat zij zich verbinden aan de Gedragscode van de NVB. Zij dienen zelf hun klanten te informeren en in te staan voor de naleving van de Gedragscode.
Gedragscode Kleinzakelijke Financiering
In 2015 heeft de NVB de Handreiking Bijzonder beheer opgesteld. In de Handreiking zijn algemene richtlijnen opgenomen over wat een zakelijke klant in bijzonder beheer mag verwachten van zijn of haar bank. De Handreiking geldt voor alle klanten met een zakelijke financiering, ongeacht of ze onder de Gedragscode vallen. Het artikel bijzonder beheer in de Gedragscode is alleen van toepassing op zakelijke klanten die onder de Gedragscode vallen en dus aan de criteria voor het toepassingsbereik voldoen. De algemene richtlijnen uit de Handreiking Bijzonder Beheer gelden voor kleinzakelijke klanten naast de normen in de Gedragscode.
De bank verwijst u alleen door als dit naar haar oordeel voor u toegevoegde waarde heeft en dus in uw belang is. Het doel van de bank is om u op verantwoorde wijze te helpen aan een financiering die bijdraagt aan uw doelstellingen.
Banken willen klachten oplossen en geschillen voorkomen. Alle banken hebben klachtenprocedures ontwikkeld die er op gericht zijn om klachten naar tevredenheid af te handelen. De procedures staan beschreven op de websites van de banken. Indien u niet tevreden bent over het verloop van het klachtenproces of de geboden oplossing van de bank, bestaat de mogelijkheid om een tweede beoordeling te vragen bij een andere afdeling of ander persoon bij de bank.
De Gedragscode stelt termijnen waarbinnen een klacht behandeld moet worden. Binnen 2 weken na ontvangst zal de bank bevestigen dat de klacht is ontvangen. Vervolgens dient de bank binnen 8 weken inhoudelijk te reageren op de klacht. Mocht de bank niet inhoudelijk reageren op de klacht, dan kunt u vanaf 8 weken na de ontvangstbevestiging de klacht rechtstreeks voorleggen aan Kifid.
Met ingang van 1 juli 2018 is een onafhankelijk en laagdrempelig geschillenloket open gesteld voor kleinzakelijke financieringen bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Als het doorlopen van de gehele klachtenprocedure van de bank niet heeft geleid tot een voor de klant aanvaardbaar resultaat, kunt u het geschil over een financiering die onder de Gedragscode valt voorleggen aan Kifid. Zie vraag 9 t/m 13 voor het antwoord op de vraag wanneer een financiering onder de Gedragscode valt.
In het reglement dat de Geschillencommissie van Kifid hanteert staat beschreven welke soort klachten behandeld kunnen worden. Dit reglement is op de website van Kifid te vinden. Voorbeelden van klachten die aan Kifid kunnen worden voorgelegd zijn onder andere een geschil over de toepassing van de voorwaarden voor het vervroegd aflossen van een financiering, of een wijziging in de afspraken van de financiering zoals het rentetarief. Kifid zal in eerste instantie proberen om met de klant en bank een regeling te treffen waar beide partijen zich in kunnen vinden. Indien dit niet lukt zal er, tot een maximaal toegewezen bedrag van EUR 250.000, een bindende uitspraak worden gedaan.
In het reglement staat ook beschreven welke klachten niet behandeld kunnen worden. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een klacht al eerder aan een rechter of geschilleninstantie is voorgelegd. Andere voorbeelden van klachten die Kifid niet kan behandelen zijn de opzegging van de kredietrelatie op grond van fraude of witwassen, of de beslissing van een bank om een financiering niet te verstrekken. Bij Kifid is het ook niet mogelijk om spoedeisende zaken voor te leggen, zoals het tegenhouden van de uitwinning van zekerheden.
Voor het starten van een procedure bij Kifid wordt een eigen bijdrage gevraagd van EUR 250. Wanneer de klant in het gelijk wordt gesteld door Kifid zal de bank deze kosten vergoeden, evenals de kosten die de klant heeft gemaakt gedurende de procedure. Andersom geldt dit niet. Wanneer de klant in het ongelijk wordt gesteld zijn er in beginsel, buiten de eigen bijdrage van de klant, geen andere kosten.
Stichting Economisch Onderzoek (SEO) zal in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (UvA) in 2018 en 2019 de Gedragscode monitoren en op jaarlijkse basis verslag doen van de bevindingen. Zowel de naleving als de effecten van de Gedragscode zullen worden onderzocht.
In 2021 zal de Gedragscode voor het eerst geëvalueerd worden door een onafhankelijk extern advies- of onderzoeksbureau. De NVB, de afzonderlijke banken en eerder geraadpleegde partijen zullen bij de evaluatie worden betrokken. Naar aanleiding van een evaluatie en op eigen initiatief van de banken kan de Gedragscode worden gewijzigd.
Daarnaast kunnen via reguliere gesprekken die de NVB voert met stakeholders altijd vragen en opmerkingen kenbaar worden gemaakt in de aanloop naar de evaluatie. Ook zal er aan de hand van analyse van klachtenmeldingen en uitspraken bij Kifid zicht ontstaan op mogelijke verbeterpunten in de Gedragscode.