Toespraak Medy van der Laan bij Risk & Compliance congres 16 juni 2022

Gesproken woord geldt

  • Dames en heren, we zijn vandaag bij elkaar om vanuit het perspectief van risk en compliance naar de poortwachtersrol van de financiële sector te kijken. Ik wil daar graag het perspectief van de klant en de samenleving naast leggen.
  • Toen ik vorig jaar zomer aantrad bij de Nederlandse Vereniging van Banken, was de poortwachtersrol van banken een van de eerste, prangende prioriteiten die op mij lagen te wachten.
  • Aan de ene kant werken banken op dat gebied goed samen met publieke ketenpartners, zoals de Financial Intelligence Unit (de FIU), de FIOD, het OM en de politie. Samen sta je sterk. De relaties zijn goed en er is wederzijds respect voor elkaars rol in inzet.
  • De zes grootste retailbanken en de FIU hebben hun krachten gebundeld in de Fintell Alliance. Het doel van deze unieke samenwerking is om kennis uit te wisselen en de effectiviteit van de rapportage over witwasbestrijding te vergroten.
  • Aan de andere kant bemerkte ik frustratie in de sector. De strijd tegen het witwassen is topprioriteit bij banken. Inmiddels werken meer dan 12.000 medewerkers fulltime aan KYC en transactiemonitoring. Dat is één op de vijf.
  • En in die enorme groei van aandacht voor deze taak, lopen we tegen hele praktisch tot hele principiële vragen aan. Recent onderzoek van de Stichting Maatschappij en Veiligheid stelt dat “de opzet en de werking van het poortwachtersfunctie grote gevolgen heeft voor burgers en ondernemers” en roept op tot een “kritische evaluatie van onbedoelde neveneffecten” door De Nederlandsche Bank.
  • Laat ik eerst een aantal praktische aspecten doornemen:
  • De administratieve lasten die wij –  mede onder druk van toezichthouder en wetgever – veroorzaken bij onze klanten. Het is best een pittige klus voor een zakelijke klant om alle documenten aan te leveren, zeker als je in een midden- of hoogrisicosector zit.
  • Ook is het niet altijd even scherp vast te stellen of iemand inderdaad al dan niet betrouwbaar is. Ga er maar aan staan: er zijn velen ‘bekenden van de politie’ en die lopen allemaal vrij rond. Maar wij moeten bij elk individu en elke ondernemer, loepzuiver exact weten of iemand wel of niet van plan is criminele activiteiten met de bankrekening te plegen.
  • Een ander praktisch punt is de grenzen aan de capaciteit van de justitiële keten: hoeveel capaciteit heeft de publieke keten nog extra ter beschikking om het extra zicht dat wij vergaren op criminele activiteiten, ook op te volgen? Ook de Algemene Rekenkamer heeft hierover kritische opmerkingen gemaakt in haar evaluatie onlangs.
  • Dit zijn zo wat voorbeelden van de praktische vraagstukken waar wij en de samenleving mee worstelen.
  • De kern van de oplossing is dat er meer en betere samenwerking tussen private en publieke partijen komt, internationaal en nationaal. Het belangrijkste is dat de mogelijkheden worden verruimd om specifieke gegevens te delen.
  • We zouden veel effectiever zijn als publieke en private partijen nog meer gegevens konden uitwisselen om criminele netwerken op te sporen. Daar waar wordt samengewerkt, worden mooie resultaten geboekt, zoals bij de Taskforces ten aanzien van terrorismefinanciering en wat wij noemen ‘serious crime’.
  • Wij wachten al drie jaar – sinds het vorige kabinet het Plan van Aanpak Witwassen naar de Tweede Kamer heeft gestuurd - op wetgeving om ook banken onderling door middel van Transactie Monitoring Nederland (TMNL) beter te kunnen laten samenwerken.
  • Kortom, ons nationale systeem tegen witwassen kan effectiever, zet de klanten van banken soms bij voorbaat in het beklaagdenbankje, leidt tot al dan niet terechte uitsluiting van klanten en zorgt voor veel gemopper en frustratie. Met de crimineel als lachende derde.
  • Maar er zijn ook voor nu en de toekomst een aantal principiële vragen te stellen over het huidige stelsel rondom Poortwachter. Ik zie drie principiële vraagstukken:
  • Het eerste principe is een gelijke positie voor publieke en private partijen. Het thema van het congres vandaag is ‘Publieke versus private sector’. Hoewel dat vaak nog zo wordt gevoeld, wil ik uit die sfeer komen en werkelijk de handen ineen slaan.
  • Dat begint met het feit dat je dezelfde uitgangspunten mag hanteren. Publieke opsporingsdiensten stellen ieder jaar prioriteiten vast om de schaarse middelen zo effectief mogelijk in te zetten. Banken lijken dat niet te mogen, immers elk incompleet cliëntendossier wordt bestraft door de toezichthouder ongeacht of er daadwerkelijk sprake is van witwassen. Bij de publieke sector is het ‘scope to budget’, wij staan aan de lat met ‘budget to scope’: de uitgavenplicht om deze taak uit te voeren, is onbegrensd. En dat maakt dat de private sector een onevenredig groter deel voor haar rekening neemt dan de publieke sector. Is dat rechtvaardig?
  • Het tweede principe is wat juristen noemen de onschuldpresumptie: iemand is onschuldig totdat het tegendeel is bewezen. Een belangrijk rechtsbeginsel in het strafrecht. Maar hoe zien we dit in het kader van de Wwft, die indirect ook een verbinding heeft met de opsporingstaak en bestrijding van criminaliteit? Hoe zien we dit uitgangspunt als je moet bewijzen dat je geen criminele intenties hebt bij het openen van een bankrekening?
  • Het derde principe is het privacyvraagstuk. Er is de terechte zorg is dat iemand ten onrechte het stempel ‘crimineel’ opgedrukt krijgt. Echter, als je kijkt naar het totaal van verstrekking van privacy gevoelige gegevens, dan kun je de vraag stellen wat uiteindelijk de meest privacy impact heeft: bij 100% van de particuliere en zakelijke klanten, ettelijke miljoenen individuen dus, zeer persoonlijke informatie opvragen en opslaan? Of de beperkte hoeveelheid gegevens uit politieregisters, met veel waarborgen omkleed, verstrekken aan de banken, opdat zij gericht hun banksystemen schoon kunnen houden en actief kunnen meehelpen om aanvullend bewijs aan de politie (of de FIU) aan te leveren?
  • Er kleven risico’s aan, natuurlijk. Maar hoe zien we dat, afgezet tegen de enorme bulk aan privacygevoelige verstrekking van, in potentie, de totale bevolking?
  • Mijn stelling is: slimme, gerichte gegevensuitwisseling leidt tot minder privacyinbreuken!
  • Ik hoop dat u, ondanks dat u al heel veel vandaag heeft besproken, toch nog fresh food for thought heeft mogen opdoen door het delen van mijn gedachten. Wij willen heel graag bijdragen aan de meest effectieve en meest proportionele bestrijding van criminaliteit!

Medy van der Laan bij haar speech tijdens het Risk & Compliance Congres