Nederlandse Vereniging van Banken pleit voor overgangsregeling Brexit

29 maart 2017
Het Verenigd Koninkrijk (VK) en Nederland zijn economisch nauw verweven. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is daarom voorstander van voortzetting van de goede handelsrelatie en samenwerking tussen het VK en de Europese Unie, nu en in de toekomst.

Chris Buijink, voorzitter van de NVB: ‘Wij hopen dat in de onderhandelingen een pragmatische koers wordt gevolgd. Wij zijn voorstander van een smart Brexit, niet van een hard Brexit’.

Als de onderhandelingen over een toekomstige handelsverdrag tussen de EU en het VK langer duren dan de termijn van twee jaar die daarvoor staat, is een overgangsregime nodig. Het is van belang dat dit zo snel mogelijk (dus ruim voordat de twee jaar zijn verstreken) wordt vastgesteld om zekerheid te bieden aan Nederlandse en Europese banken met activiteiten in het VK.

De kans dat de uittredingsonderhandelingen met veel praktische aspecten plus een nieuw handelsverdrag in twee jaar tijd kunnen worden afgerond, lijkt zeer klein.

Achtergrond: Open economie

Nederland is een van de meeste open economieën ter wereld en is daarmee afhankelijk van de handel met andere landen. De Nederlandse bancaire sector staat onze bedrijven bij in hun nationale en internationale activiteiten. Met betrekking tot toekomstige handelsafspraken tussen de EU en het VK pleit de NVB voor nauwe samenwerking, vanwege de economische verbondenheid van het VK met de EU en om te zorgen dat bestaande contractuele afspraken beschermd zijn.

Het is belangrijk dat de Nederlandse banken kunnen opereren in een omgeving waar dezelfde regels gelden voor alle Europese banken. De aankomende Brexit versterkt de noodzaak om geen extra drempels op te werpen en het vestigingsklimaat in Nederland aantrekkelijk te houden. Het nieuwe kabinet zou er naar moeten streven om Nederland als hub voor financiële innovatie op de kaart te zetten.  “Buitenlandse banken die zich als gevolg van Brexit in Nederland willen vestigen, zijn hier van harte welkom,” aldus Buijink. “Zij kunnen zorgen voor meer banen, meer diversiteit in ons financiële landschap en meer concurrentie, waardoor de keuzevrijheid voor klanten toeneemt."

Nederlandse banken bereiden zich voor op alle mogelijk vormen waarin een Brexit kan plaatsvinden (waaronder een scenario waarin handelsrelaties tussen de EU en het VK terugvallen op het zogenoemde WTO-scenario zonder overgangsregime). Hierbij staan de dienstverlening aan de klant en bedrijfsleven evenals stabiliteit en voorspelbaarheid centraal.

Het is belangrijk dat Nederland zich blijft inzetten voor de samenwerking in de Europese Unie op het gebied van financiële regelgeving en daarbuiten. Gedurende de afgelopen jaren heeft de Europese samenwerking een stevig raamwerk voor toezicht en regelgeving gecreëerd waarbinnen Nederlandse banken opereren. Oneerlijke concurrentie door het afzwakken van financiële regels moet worden voorkomen. Tegelijk moet de toekomstige overeenkomst tussen de EU en het VK recht doen aan de belangrijke economische relatie.

Aanzienlijke economische verwevenheid tussen NL en VK

  • Het bedrijfsleven en de financiële sector zijn sterk verweven met het VK door wederzijdse investeringen en dienstverlening van banken aan exporterende en importerende ondernemingen.
  • Van de totale goederenexport van Nederland gaat ruim 9% naar het VK; van de dienstenexport 10%. Het VK is de derde belangrijkste afzetmarkt voor Nederlandse goederen en diensten (2016).
  • Deze handel met het VK levert een bijdrage van 3% aan het Nederlandse BBP (21 miljard EUR).
  • Het bankwezen maakt zakendoen met het VK mogelijk door kapitaal ter beschikking te stellen en te adviseren. De Nederlandse economie verdient hieraan, ook banken: de toegevoegde waarde van banken door de export naar het VK bedraagt EUR 722 miljoen. Hiermee staan banken in de top 10 van sectoren met een sterke handelsrelatie met het VK.
  • Van de totale directe buitenlandse investeringen van Nederland staat ongeveer 11% uit in het VK (EUR 454 miljard) en vanuit het VK ontvangt NL EUR 335 miljard (NL derde positie na VS en Luxemburg).

 Bron: CBS maart 2017