Leidraad AFM schept duidelijkheid voor klant én bank
Sinds 14 juli 2016, het moment dat de Europese hypothekenrichtlijn in de Nederlandse wetgeving is geïmplementeerd, mag de vergoeding voor vervroegd aflossen niet hoger zijn dan het financieel nadeel dat de bank lijdt.
De AFM biedt in haar leidraad een aantal uitgangspunten voor de wijze waarop dat financieel nadeel kan worden berekend. Alhoewel de AFM aangeeft dat er meer manieren mogelijk zijn om de vergoeding te berekenen, zullen banken de vergoeding conform de leidraad gaan berekenen. Dit geeft klanten nog meer houvast wanneer zij vervroegd willen aflossen op de hypotheek. Daarnaast zullen banken voor de al betaalde vergoedingen sinds 14 juli 2016 beoordelen of, en zo ja in hoeverre, de berekeningswijze afwijkt van de uitgangspunten in de leidraad. Dit kan er toe leiden dat klanten een deel van de betaalde vergoeding retour ontvangen.
Klanten kunnen bij het afsluiten van een hypotheek kiezen voor een rentevaste periode. Door de rente voor langere tijd vast te zetten weten klanten precies waar ze aan toe zijn en hebben ze geen last van rentestijgingen. Door te kiezen voor een vaste rente draagt de klant het renterisico over aan de bank. De bank dekt die risico’s weer af en maakt daar kosten voor.
Als klanten tijdens de rentevaste periode meer aflossen dan is afgesproken, dan worden de gemaakte kosten niet terugbetaald en lijdt de bank financieel nadeel. Daarom zal de bank in die gevallen een vergoeding voor het financiële nadeel in rekening brengen. Op die manier kunnen banken ook in de toekomst rentevaste periodes aanbieden zodat klanten minder kwetsbaar zijn voor conjuncturele schommelingen in de economie.