“Mensenhandel is zware criminaliteit en een van de oorzaken van witwassen. Daarom monitoren banken daarop”

16 oktober 2020
Kan een bank bijdragen aan het opsporen van mensenhandel – een van de oorzaken van witwassen? Met die vraag stapten Rob van ’t Oever en zijn collega’s van ABN AMRO 4 jaar geleden naar de Inspectie SZW en de UvA. Bankgegevens blijken een goede bron voor het opsporen van zowel de slachtoffers van arbeidsuitbuiting als de uitbuiters zelf - waar het in deze bijzondere publiek-private samenwerking onder de paraplu van het Financieel Expertise Centrum (FEC) uiteindelijk om te doen is.

Rob van ’t Oever is Head of Intelligence bij de afdeling Security & Integrity Management van ABN AMRO. Zijn team is verantwoordelijk voor onder meer incident response, het interne whistleblowing-kanaal, de data-uitleveringen aan uitvragers als Politie en Justitie en voor diepgaande onderzoeken naar bepaalde klanten, fenomenen en landen. Ook is Van ‘t Oevers team vertegenwoordigd in een aantal publiek-private samenwerkingen op veiligheid en financial crime, zoals de Serious Crime Taskforce en de Electronic Crime Taskforce (ECTF). 

Een echt expertteam, zo kenschetst Van ’t Oever zijn team, dat vier jaar geleden aan de wieg stond van het onderzoeksproject van ABN AMRO, de Inspectie van het Ministerie van SZW en de Universiteit van Amsterdam. Van ’t Oever: “Wij zijn toen bij elkaar gaan zitten: welke informatie over mensenhandel en specifiek arbeidsuitbuiting hebben wij nou allemaal los van elkaar? En hoe kunnen wij die bundelen om zo slachtoffers op te sporen – en in het verlengde daarvan: de uitbuiters.”

Rob van ’t Oever

Kennis van de achterkant naar de voorkant

Van ’t Oever: “Wat we eigenlijk in deze publiek-private samenwerking hebben gedaan, is de kennis die normaal aan de achterkant van de keten zit – dus na onze Melding Ongebruikelijke Transactie (MOT) aan de Finance Intelligence Unit (FIU)-NL en na de verrijking van de data door de FIU-NL - die kennis hebben we naar voren gebracht en gekeken hoe die kennis past op data die een bank heeft. Daarop hebben we queries ontwikkeld. Dat zijn zoekopdrachten voor het doorzoeken van bankdata, met als doel indicatoren van mensenhandel op te sporen. Na nog verdere analyse geeft de bank de bevindingen door aan de FIU-NL, in de vorm van een MOT-melding. Er zit natuurlijk een heel proces achter, maar zo simpel is het eigenlijk.”

Maar de praktijk is zo simpel niet, aldus Van ’t Oever: “Dat heeft een aantal oorzaken. Arbeidsuitbuiting en mensenhandel zijn uiterst complexe fenomenen. Signalen daarvan kun je op dit moment niet halen uit de reguliere transactiemonitoring. In de zogeheten ‘eerstelijns monitoring’ is meer kennis nodig van het fenomeen mensenhandel. Ook is er iets meer tijd nodig om de arbeidsuitbuiting-queries te laten lopen. Daarnaast moet je aansluiting hebben op kanalen met experts op mensenhandel. Je moet gedurende het hele proces goed kunnen schakelen met publieke partijen, zoals de FIU-NL en Inspectie SZW voor advies. Daarbij is het belangrijk om ook de privacyregelgeving in de gaten te blijven houden.”

We staan nog aan het begin

ABN AMRO was de initiatiefnemer, maar inmiddels zijn ook ING, de Volksbank, KNAB en Rabobank aangesloten. Een goede samenwerking, zoals in dit FEC-PPS verband, tussen de experts van Inspectie, Politie, FIU-NL en banken is en blijft van het grootste belang, benadrukt Van ’t Oever: “Opsporen van mensenhandel en arbeidsuitbuiting is geen eenvoudige taak, ook niet voor banken. Wij staan nog aan het begin van deze monitoring. Wat nodig is vanuit publieke partijen is enerzijds blijvende inzet van expertise en onderlinge hulp. En anderzijds is het goed om samen de resultaten voor ogen te blijven houden. Deze monitoring heeft al ‘true hits’ opgeleverd en dat is mooi. Want niks is zo’n energy drain als de ‘false positives’ die ook voorkomen in monitoringsprocessen. Nu is het belangrijk dat er ook opvolging wordt gegeven aan ‘true hits’ en dat je als bank terugkoppeling krijgt over de resultaten van de opsporing door publieke partijen. Dat houdt de spirit erin.”

Bijdrage

Van ’t Oever: “Monitoren op mensenhandel is (nog) geen vanzelfsprekendheid bij financiële instellingen; de monitoring is voornamelijk gericht op signalen van witwassen en terrorismefinanciering. Maar mensenhandel is zware criminaliteit en een van de oorzaken van witwassen. We merken dus ook dat heel veel mensen binnen de bank willen meedoen aan dit project, omdat je echt het gevoel hebt dat je een bijdrage levert aan een financieel stelsel dat niet wordt misbruikt door criminelen, en aan een eerlijke en integere maatschappij. Mijn hoop voor 2021 en verder? Dat monitoren op mensenhandel niet langer projectmatig gebeurt, maar vast onderdeel wordt van de monitoring door banken.”